Statenvertaling
De zaak is niet alzo; maar een man van het gebergte van Efraïm, wiens naam is Séba, de zoon van Bichri, heeft zijn hand opgeheven tegen den koning, tegen David; lever hem alleen, zo zal ik van deze stad aftrekken. Toen zeide de vrouw tot Joab: Zie, zijn hoofd zal tot u over den muur geworpen worden.
Herziene Statenvertaling*
Zo ligt de zaak niet; maar een man uit het bergland van Efraïm, van wie de naam Seba is, de zoon van Bichri, heeft zijn hand opgeheven tegen de koning, tegen David. Lever alleen hem uit, dan zal ik van de stad wegtrekken. Toen zei de vrouw tegen Joab: Zie, zijn hoofd zal u over de muur toegeworpen worden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zo is de zaak niet. Maar een man van het gebergte van Efraïm, Seba geheten, de zoon van Bikri, heeft zijn hand tegen de koning, tegen David, opgeheven; levert hem alleen uit, dan zal ik van de stad wegtrekken. Toen zeide de vrouw tot Joab: Zie, zijn hoofd zal u over de muur worden toegeworpen.
King James Version + Strongnumbers
The matter H1697 is not H3808 so: H3651 but H3588 a man H376 of mount H4480 - H2022 Ephraim, H669 Sheba H7652 the son H1121 of Bichri H1075 by name, H8034 hath lifted up H5375 his hand H3027 against the king, H4428 even against David: H1732 deliver H5414 him only, H905 and I will depart H1980 from H4480 - H5921 the city. H5892 And the woman H802 said H559 unto H413 Joab, H3097 Behold, H2009 his head H7218 shall be thrown H7993 to H413 thee over H1157 the wall. H2346
Updated King James Version
The matter is not so: but a man of mount Ephraim, Sheba the son of Bichri by name, has lifted up his hand against the king, even against David: deliver him only, and I will depart from the city. And the woman said unto Joab, Behold, his head shall be thrown to you over the wall.
Gerelateerde verzen
2 Samuël 17:2 - 2 Samuël 17:3 | 1 Samuël 24:6 | Jozua 24:33 | 2 Koningen 5:22 | Richteren 2:9 | 1 Samuël 26:9 | 2 Samuël 23:18 | Richteren 7:24 | Richteren 18:4 - Richteren 18:8 | Jeremía 4:15 | Jeremía 50:19 | 2 Koningen 10:7 | 2 Samuël 20:1